top of page

Heb jij last van negatieve gedachte /denkpatronen ? Zo ga je ermee om ..

Bijgewerkt op: 21 jun 2022


Wist je dat een mens zo’n 40.000- 60.000 gedachten per dag heeft? Bij een positief persoon is hiervan 70% negatief. Denk hier dan voornamelijk aan het:

1) voorkomen van emotionele pijn ,

2) angst om afgewezen te worden ,

3) depressiviteit en

4) eenzaamheid.


Wanneer wordt een negatieve gedachte schadelijk?

Een ( negatieve ) gedachte wordt pas schadelijk als je er constant een prioriteit van maakt. Dit kan leiden tot een destructieve gedachtepatroon. In dit blogverhaal zal ik 13 destructieve denkfouten aanbod brengen. Met als doel je meer inzicht te geven over welke destructieve denkpatronen er zijn.

 


13 DESTRUCTIEVE DENKFOUTEN

Denkfout 1.) Mentale Filter Deze denkfout wordt gekenmerkt door een soort tunnelvisie - het kijken naar slechts 1 element van een situatie en alle andere elementen worden uitgesloten. Je pikt een detail uit en dat detail kleurt de hele situatie of gebeurtenis.

Voorbeeld:

Als je bijvoorbeeld 10 complimenten krijgt en 1 kritiekpunt ,dan focus je je alleen op de kritiek die je hebt ontvangen. Dit komt doordat je geheugen selectief is. Wanneer je herinneringen filtert dan sla je dikwijls de positieve herinneringen over en sta je stil bij herinneringen die negatief beladen zijn.

Denkfout 2.) Voorbarige conclusies trekken In plaats van even af te wachten hoe logisch ‘bewijsmateriaal’ je naar een bepaalde conclusie brengt, trek je heel snel je eigen (vaak negatieve) conclusie. Vervolgens zoek je naar bewijsmateriaal voor jouw conclusie en negeer je andere argumenten.

Voorbeeld:

Als je vaak voorbarige conclusies trekt herken je misschien ook wel dat je heel goed bent in ‘gedachtenlezen’ (Je denkt dan dat je in staat bent om de echte intenties van andere mensen te weten zonder dat je ze daarover gesproken hebt). Maar ook voorspellen gaat je dan vaak goed af (je voorspelt dan hoe de toekomst zal zijn en gaat er vervolgens vanuit dat dat ook zo gaat gebeuren.)

Denkfout 3.) Personaliseren Er zijn twee soorten personalisatie:


Bij de eerste vergelijk je jezelf met anderen.

Voorbeeld:

Zij/hij speelt zoveel beter gitaar als ik. Zij/hij is zoveel slimmer als ik. Zij/ hij heeft zoveel meer bereikt in het leven. Of juist andersom ik ben veel slimmer als haar. De mogelijkheden om te vergelijken zijn eindeloos en zelf al valt het positief uit dan voel je je even opgelucht, maar al snel twijfel je weer of het echt zo is. Trek je aan het kortste eind dan voel je je minder.


De tweede vorm van personalisatie is het volgende. Je verwijt jezelf van alles wat fout gaat in je leven. Zelfs voor de dingen waar je geen controle over hebt. Het is heel mooi dat je de verantwoordelijkheid voor alles op je wilt nemen, maar vaak wordt het een last wat weer leidt tot sterke gevoelens van schuld en spijt. Voorbeeld:

Alle tegenslagen en pech die in je leven hebben plaatsgevonden. Is er iemand humeurig of kortaf? Dan vraag je je meteen af wat je misdaan hebt. De hele weg naar huis pieker je je suf en ‘s nachts slaap je amper.



Denkfout  4.) Alles of niets denken Dit is zwart-wit denken dat geen grijze tinten toelaat. Het is of/of.

Voorbeeld:

Iemand is aardig of niet aardig. Je bent goed of slecht. Een film is geweldig of juist vreselijk. Je mag geen fouten maken anders ben je een mislukkeling. Wat er ook gebeurt, je hebt direct een streng oordeel klaar. Omdat je interpretaties extreem zijn, zijn je emoties dat ook.

Denkfout  5.)  Rampdenken Als je voor een toets zakt denk je direct dat je je hele opleiding niet zal halen. Of als je baas een kritiekpunt geeft denk je al dat hij je binnenkort gaat ontslaan. Bij hoofdpijn denk je al aan een hersentumor. Rampgedachten beginnen vaak met de volgende vier woorden: 'stel je voor dat .. ' Je leest een artikel in de krant over een vliegtuig die is neergestort. Het eerst wat jij je afvraagt is stel je voor dat ik in dat vliegtuig zat? 

Denkfout  6.) Overgeneraliseren Je trekt een algemene conclusie op basis van een enkel voorval of bewijs. Deze denkfout kan ertoe leiden dat je leven steeds beperkter wordt. Een slechte ervaring betekent meteen dat het in een volgende soortgelijke situatie precies hetzelfde zal gaan. Overgeneralisatie wordt vaak gegoten in absolute uitspraken. Signaalwoorden die duiden op dat je overgeneraliseert zijn : allemaal, elke, geen , nooit , altijd , iedereen , niemand. 

Voorbeeld:

Je hoeft maar een gerecht niet te kunnen maken en je conclusie luidt al: ‘koken kan ik niet!’ Een afwijzing van een dame interpreteer je al als : ‘ Geen enkele dame wilt met mij uit.’ Een keer misselijk worden op een boot doet je al besluiten dat je nooit meer wilt reizen met de boot. Maar ook een zin als: ' Ik zal nooit meer iemand kunnen vertrouwen.'


Een andere kenmerk van overgeneralisatie is een alomvattende kwalificatie hebben voor een persoon, plaats of dingen die je niet bevallen.

Voorbeeld:

Iemand die je geen lift naar huis wilt geven noem je egoïstisch. Een jongen die stil is tijdens jullie eerste afspraakje noem je saai. Deze kwalificatie kan misschien een kern van waarheid bevatten, maar is niet geheel waar. Voor jou is het echter wel waar. Dit leidt tot stereotypering en eendimensionaal denken. 

Denkfout  7.) Zou en moeten Bij dit denkpatroon hanteer je hele strakke regels voor jezelf en anderen over de manier waarop iedereen moet handelen. Deze regels zijn juist en staan niet ter discussie. Alles wat afwijkt van deze regels (normen & waarden) is slecht. Het gevolg is dat je vaak over anderen oordeelt en iets op hen aan te merken hebt. Mensen kunnen je snel ergeren. Je zou en moetens zij gelden evengoed voor jezelf. Je voelt je ook gedwongen om je op deze manier te gedragen. Echter vraag je jezelf niet af of dit wel zinvol is.

Voorbeeld:

Ik zou nooit emoties als jaloezie of kwaadheid moeten voelen.

Ik zou tegenslagen gelijk moeten kunnen verdragen.

Denkfout  8.) Labelen / Etiketjes plakken Als je etiketjes plakt dan ben je vooral situaties aan het beoordelen als goed of fout. Dit zorgt ervoor dat er een heel beperkt beeld ontstaat, met de kans op generalisaties. Etiketjes plakken drukt mensen een stempel op dat niet altijd van toepassing is en het maakt dat we onszelf en anderen niet zien zoals ze nog meer zijn.

Voorbeeld:

Hij is vreemd. Zij is een kanjer. Altijd stuit ik op hetzelfde probleem.


Denkfout  9.) Overdrijven/ Minimaliseren Een kenmerk van dit denkpatroon is wanneer je dingen veel groter of kleiner maakt dan ze zijn.

Voorbeeld:

Een vergissing zie je als een dramatische fout. Een luchtige opmerking zie je als negatieve kritiek. lichte rugpijn ervaar je als een gebroken ruggenwervel. Kleine tegenslagen brengen je tot grote wanhoop. Kleine hindernissen zie je als grote barrières.

Een subkenmerk van dit denkpatroon is wanneer je de capaciteiten van een ander overdrijft en je eigen capaciteiten verminderd. Je bent jezelf dus naar beneden aan het halen en zet andere op een paddenstoel. Dit doe je door de goede dingen waar je mee bezig bent en je goede karaktereigenschappen weg te wuiven. Alsof ze er niet toe doen.

Denkfout 10.) Emotioneel redeneren Gevoel als bewijsmateriaal lijkt op voorbarige conclusies trekken in het opzicht dat je bepaalde feiten negeert bij het trekken van je conclusie. Als je dit doet dan beschouw je je gevoel over een bepaalde situatie als bewijsmateriaal in plaats van dat je objectief naar de feiten kijkt.

Voorbeeld:

Ik voel me compleet machteloos, daarom ben ik ook niet in staat om mijn probleem op te lossen. Of: Ik ben boos op jou, daarom moet jij wel fout zijn, anders was ik niet zo boos op jou.

Denkfout 11.) Schuld verschuiven (Externaliseren) Je geeft vaak de schuld van dingen die misgaan aan je werkgever, partner, vrienden , ouders kinderen. Iedereen behalve jezelf. Jij bent goed , de ander is fout. Jij hoeft je niet te verantwoorden want de ander zit fout. Dit is heel erg comfortabel voor de ego. Vaak wil je ook nog gecompenseerd worden voor hetgeen wat je is aangedaan (bijv. een excuus horen ). Het kan ook zijn dat als je kritiek krijgt dat je snel zoekt naar minpunten van de anderen om ervoor te zorgen dat de aandacht daarop wordt gevestigd, zodat je zelf niets hoef te veranderen aan jouw gedrag.



Denkfout 12. ) Gebrek aan medeleven

Je hebt geen oog voor de belangrijke kanten van omstandigheden en gebeurtenissen in een mensenleven dat het gedrag van anderen bepalen. Je kijkt niet verder dan je neus lang is.

Voorbeeld:

Ik kan/ wil niet begrijpen dat het zo gaat.



Denkfout 13.) Maatschappelijke norm

"Ik en men vindt het zo, dus is het zo!" Je vergeet de betrekkelijkheid en willekeurigheid van normen die eigen zijn aan een bepaalde opvoeding, milieu, geloof, cultuur etc. Je gaat voorbij aan het feit dat er betrekkelijk weinig universele normen zijn.



 


CONCLUSIE

Dit waren alle denkfouten. Ik hoop dat dit blogverhaal informatief was en dat je erachter bent gekomen welke denkfouten je maakt. Ook hoop ik dat je ervoor zal kiezen om deze denkfouten continue te ontmaskeren. Deze negatieve denkfouten belemmeren namelijk je persoonlijke groei. Dit leidt weer tot mentale stijfheid. En kan op langere termijn ook zorgen voor depressie, angsten etc.



Werkblad: Negatieve gedachte uitdagen

Je hebt jouw denkfouten misschien al ontmaskerd. Wat nu? Om aan jouw denkfouten te werken heb ik een pdf-bestandje gemaakt met vragen die je jezelf kan stellen om deze negatieve gedachten uit te dagen.


Dit blogverhaal is ook handig om te gebruiken als je wil meten of een naasten (zowel kind als volwassene ) last heeft van negatieve gedachtepatronen. Je kunt vervolgens het werkblad gebruiken om zijn of haar gedachtepatronen uit te dagen.




Comments


bottom of page